Filipijnen

19 december 2019 22 Door Mieke & Vince

MANILA – stop 1
Early wake-up call richting avontuur in de Filipijnen na een maand rondtrekken in Thailand, Cambodja en Vietnam. Ik ben er zelf niet klaar voor want ik mis Vietnam nu al. Vince ziet het helemaal zitten en ik bewonder hem voor zijn ongelooflijk aanpassingsvermogen, flexibele ingesteldheid en positieve kijk op het avontuur. Na een tussenlanding in het hypermoderne Hong Kong komen we aan in het snikhete Manila. Volgens Maps bevindt onze slaapplaats zich slechts 500 meter van de luchthaven en we stappen dan maar (geen zin in veel te dure taxi’s) vol goeie moed, onze bagage op de rug, lange broek en jeukende vliegtuigkousen die lekker spannen in de hitte, naar onze bestemming. Ik volg de flinke pas van Vince maar we worden van hier naar daar gestuurd, zowel door Maps als door de locals. We vinden eindelijk de gated area waar Vince een studio heeft gehuurd voor de nacht. Snel nog een hapje halen in het winkeltje hier in Newport City en enkele uurtjes slapen en dan op weg naar Puerto Princesa. In Newport City district zie je op elke hoek van de straat zwaarbewapende security dus hoe sneller weg hier hoe beter. Het begint hier ook stevig te waaien en het is nog 30 graden rond het middernachtuur.
“It’s more fun in the Philippines” 😉

SABANG
We vroegen ons al af waarom we gisteren advies kregen om zeker 2 uur op voorhand aanwezig te zijn voor een binnenlandse vlucht richting Palawan. Dat werd snel duidelijk op de luchthaven waar chaos heerste wegens annulatie van 90% van de vluchten omwille van de tyfoon Tisoy. We gaan in de ellenlange wachtrij staan om er uiteindelijk toch uit te springen en op tijd te zijn voor de boarding. Dit is geen voorbeeld van efficiëntie maar iedereen blijft rustig en kalm, wij ook. Bleek dus dat enkel de vluchten richting Zuidwesten doorgaan. Op een vliegtuig stappen bij stormweer doet je toch even twijfelen. De vlucht naar Sabang is echter kort en goed. Na streng onderhandelen van Vince zitten we in de taxi richting Sabang. “Are you a soldier sir?” “You look like a general sir.” Onze chauffeur is nog een beetje onder de indruk precies. We moeten de rit op voorhand betalen en we zien al snel waarom: deel van het geld wordt eerst thuis afgegeven en met de rest gaat Warnard tanken (je hoort hier de gekste namen). Blijkt dat hij graag vertelt over zichzelf en de Filipijnen wat de rit eigenlijk wel zeer aangenaam maakt. Palawan is het mooiste eiland ter wereld of de miss world onder de eilanden. Dit overtreft dus de Malediven, Seychellen en Mauritius. Dat ook Bora Bora zich maar opmaakt tegen januari 🙂
Palawan heeft het allemaal: jungle, schitterende stranden en een machtige zee. Kortom een langgerekte schoonheid van 650 km waar je niet omheen kunt. Het zuiden van het eiland wordt best vermeden door het aanwezige ontvoeringsgevaar.
We hebben nog altijd geen slaapplaats en we beginnen te zoeken. We zien een -70% last minute deal voor het Sheridan Resort en besluiten dit snel vast te leggen. We zijn in onze nopjes met deze beslissing. De locatie aan zee en het prachtige zandstrand met aansluitend palmbomen en jungle is tot hiertoe de meest exotische plaats van onze reis. Ze hebben hier ook het langste zwembad heb ik de indruk. Als de duisternis valt in Sabang, zo rond een uur of halfzes, wordt de kerstversiering aangestoken en de kleine bamboohutten langs het strand veranderen in feeërieke restaurantjes. Het is hier een klein paradijs op aarde. We eten ’s avonds bij Asiano, een verborgen pareltje op het strand.
Sabang heeft ook de Underground River, Unesco Werelderfgoed en één van de nieuwe 7 Wonderen der natuur. Door de tyfoon en wilde zee geraak je er niet per boot. Enige alternatief is te voet met een gids door de jungle. De volgende dag gaan we vroeg naar de pier op zoek naar een gids. Wat een tocht: langs het strand, door de mangrove, waden naar de overzet en met natte schoenen door de dichte jungle met dreigende onweerswolken boven ons, 100% vochtigheid en een tropische hitte in onze nek. We hebben dit type jungle nog nooit gezien, alles is hier groot, veel, groen, glad en modderig. We genieten van de inspanning en aangekomen aan de rivier zijn we nog altijd alleen, de toeristen zijn er niet vandaag. De monitor lizards en de macaque aapjes zijn er wel om ons te verwelkomen, dat vinden we natuurlijk geweldig. De Underground River is één van de meest indrukwekkende grotten en complexe ecosystemen ter wereld. Duizenden vleermuizen wonen hier en binnen zien we de prachtigste stalagtieten- en mieten gevormd door de tijd. De kathedraal, Giant Candle rotsformaties, de Heilige Familie en zelfs de apostelen aan het laatste avondmaal. Hierdoor wordt de tocht door velen als spiritueel ervaren en dat snappen wij volledig.
Moeder Natuur is een geduldige kunstenaar.
De rivier mondt uit in de zee, indrukwekkend want het is toch wel een stormachtige dag. Na een tropische bui en enkele modderige en rotsachtige hellingen staan we terug aan het strand in Sabang.
We sluiten de dag af bij Asiano!

SAN VICENTE
Met een veel te klein busje rijden we langs onverharde wegen en langs ravijnen hobbelig door de jungle. We komen aan bij Foxy’s en dit is zowat de meest verlaten plek op het eiland: groot complex met slechts 6 kamers, zwembad met glazen wand, podium en een prachtig verlaten strand. Maar het is hier verlaten en het personeel speelt verstoppertje. We weten niet goed wat we moeten denken en het Tarantino gehalte stijgt met de minuut. We hebben een intiem dinertje waar voorgerecht na het hoofdgerecht op tafel sukkelt en tussendoor de elektriciteit ook nog twee keer uitvalt. Spooky, echt spooky. Van de kakkerlak op de badkamer krijgen we de slappe lach. Angeline serveert ontbijt voor ons en nog een ander koppel. We reizen weer verder vandaag maar voor we de tocht aanvatten, nemen we een tricycle naar White Beach voor onze ochtendwandeling. Dit is een weinig gekend 16 km lang wit paradijselijk strand waar met kokos gevulde palmbomen zorgen voor een gevoel van ongerept Eden. Deze verlaten plek ruilen we vandaag voor het drukke en toeristische El Nido.

EL NIDO
’s Avonds laat komen we toch wel vermoeid aan in het busstation van El Nido zonder logies. We willen vermijden dat we weer op een verlaten plek zitten en besluiten om eerst de plaats te inspecteren. De chauffeur van de tricycle ruikt onze vermoeidheid als het ware en vraagt of we al een slaapplek hebben en of we eens willen kijken naar zijn voorstel want onze voorlopige keuze ligt achter een kerkhof. Gedwee stemmen we in en Vince gaat de cottage bekijken, komt enthousiast buiten en wie ben ik om dan een uitzicht op de mooie baai van El Nido te weigeren. We installeren ons in de piepkleine typische kamer: twijfelaar tegen de muur, klein kastje en al een even kleine badkamer/toilet zonder enig badmeubel maar gelukkig toch een kleine straal koud water uit het douchekopje, en een tafeltje op ons terras inclusief wasdraad. We mogen onze was afgeven, als dat geen pluspunt is. We zijn hier voor het island hoppen en we boeken een toer voor de volgende dag. Vanavond wagen we ons nog eens aan een Griekse schotel die Vince ’s nachts netjes weer uitkotst. De volgende ochtend staan we zo fris als een hoentje op post voor de boottocht. Wat mee moet stoppen we in een drybag. Chaos op het strand, iedereen gaat blijkbaar island hoppen en er liggen heel wat boten te wachten op hun dagelijkse lading toeristen. We krijgen zeeschoenen en een snorkel en wachten op het sein van de kustwacht. Onze boot ligt verdacht ver van het strand en als we over de rotsachtige ondergrond naar de boot waden, wordt het ook al snel diep. Plots zie ik een metershoge golf boven ons hoofd aanrollen die de start van een avontuurlijke dag aankondigt. Kletsnat en met het haar tussen mijn tanden (ik dan) kunnen we aan boord van de bangka die ons van de ene paradijselijke plek naar de andere brengt: 7 Commando Beach, Secret Beach, Small Lagoon, enz. We krijgen een lekkere lunch op zee en snorkelen op de mooiste plaatsen. Het begint langzaam donker te worden en de zee wordt woeliger en woeliger. Ons hart slaat een slag over als een golf van 3 meter achter de rots opduikt. De bangka schommelt hevig en we doen onze zwemvest aan en rapen onze spullen bijeen. Het wordt stil aan boord als de duisternis helemaal valt en we in het maanlicht boven onze boot het bezoek krijgen van tientallen grote vleermuizen. We kunnen niet terug naar het strand omdat de zee te wild is en we belanden in een haventje op een kwartiertje van El Nido. We moeten in de diepe zwarte lauwe zee springen om naar het strand te geraken terwijl het wier rond onze benen kronkelt. Moe maar gelukkig, alweer, keren we naar ons piepklein kamertje terug. De volgende dag verhuizen we naar een ‘normaal’ hotel en kindsgelukkig nemen we een warme douche. We verkennen El Nido vandaag, inclusief massage en we belanden in het bekende Art Café waar Vince nog maar eens de allerlekkerste vegetarische curry eet.

MOALBOAL
Vanuit de exotische luchthaven van El Nido vliegen we met een propellervliegtuigje naar het eiland Cebu. Aangekomen in Cebu wacht ons een helse rit naar Moalboal: 4 lange uren voor 80 km. De staat van de weg is ondermaats maar we bereiken Moalboal veilig en wel. Volgende dag is het tijd om te snorkelen. De dame van het diving center verzekert ons dat er voor het hotel zeeschildpadden zwemmen en dat de school sardines nog altijd 100 meter verder woont. En ze heeft gelijk …We liggen 2 minuten in het water of de eerste zeeschildpad dient zich aan, rustig en sierlijk. We blijven toch wel van de ene verbazing in de andere vallen, overal scholen vis, groot en klein, netjes opgedeeld in een kleur per school. En overal visjes boven prachtige kleurrijke gezonde koralen die rond ons zwemmen of stoer hun plekje verdedigen. Het koraal gaat over in een loodrechte wand met waaierkoralen die zachtjes mee bewegen met de stroming. Onder ons is het nu 200 meter diep. Iets verder zwemmen letterlijk de miljoenen sardines. Sinds enige jaren zijn ze permanent aanwezig en dit fenomeen is uniek in de wereld, de beroemde “Sardine Run”. Wij snorkelen er gewoon tussen, echt niet te geloven. Ongezien hoe de zilveren vissen schichtig maar sierlijk van links naar rechts bewegen in een perfecte choreografie. Mits enkele pauzes liggen we de hele dag in het aquarium bij de zeeschildpadden, de sardines en de duizenden visjes. Snorkelen zal nooit meer hetzelfde zijn na Moalboal. ’s Avonds laat Vince zich verleiden om een gegrilde rode snapper te eten, inclusief kop en staart. Insiders onder ons weten dat hij zijn grenzen verlegt hier in Moalboal.
We verlengen ons verbijf hier 2 maal!

OSLOB
Donderdag 12 december, we moeten af en toe eens goed denken welke dag het is! Vandaag richting Oslob om te zwemmen met de grootste vis ter wereld: de walvishaai. De Filipijnen zijn zo trots op de associatie met de walvishaai dat er een mystieke goliath op de achterkant van 100 pesos staat. De walvishaaien wonen al eeuwen in deze wateren maar pas sinds enkel jaren zijn ondernemende vissers begonnen om toeristen mee te nemen naar deze enorme wonderen. Oslob zelf is zowat het groezeligste dorpje dat we tot nu toe gezien hebben. Maar we zijn hier voor de walvishaai en kruipen vroeg in bed want om 5u30 zitten we al gespannen te wachten op de briefing: belangrijkste boodschap is de 4 tot 6 meter afstand houden. De walvishaai is tot 18 meter lang en weegt zo’n 24000 kilo. We vertrekken met de derde roeiboot met een groepje Chinezen uit Shenzen. Eindelijk is het moment gekomen en overdreven zenuwachtig duiken we in het water. Binnen enkele seconden zien we de zachte reuzen en voelen we ons klein, heel klein. Je voelt connectie met deze prachtige wezens die je aanstaren met hun piepkleine zwarte oogjes. 4 meter afstand houden is onmogelijk want de zachte reuzen zijn overal. Onvergetelijke momenten die op ons netvlies gebrand staan. Na een half uur is de pret voorbij en moeten we terug. We klimmen als laatste terug in de kayak en voor we het weten staan we terug op het strand. De rest van de dag blijven we in ons verlaten maar o zo idyllisch hotel aan zee waar we ’s avonds nog getrakteerd worden op een tropische storm.

MANILA – stop 2
Naar Manila via Cebu en dit blijkt één van de langste reisdagen te worden. Vlucht is 3 uur vertraagd, de bagage laat een uur op zich wachten en de wachtrij aan de taxi duurt ook gemiddeld een uur. Er is geen ontsnappen aan de greep van het stilstaand verkeer in Manila. We doen 1,5 uur op 5 km naar het hotel. Op zondag gaan we Manila verkennen, een stad van 11 miljoen inwoners of zowat evenveel als België. We vertrouwen onze was toe aan ‘Let’s talk dirty laundry’ en nemen de taxi richting Glorietta mall, malls bezoeken is een nationale sport in Manila. De kerstsfeer hier is overweldigend. 80% van de Filipijnen is Rooms-Katholiek en dat merk je echt overal. We blijven hier langer hangen dan verwacht en stappen dan uiteindelijk terug naar het hotel langs Makati Avenue en Ayala Park. Een taxirit zou langer duren. Diner op de rooftop van het hotel, live muziek incluis. Manila boeit ons en heeft meer te bieden dan we dachten. Volgende dag bezoeken we Intramuros, een historische wijk uit de Spaanse tijd. We wandelen door de stad waar de wind aanvoelt als een haardroger. We pikken ook de grootste mall van Azië nog mee: de MOA of Mall of Asia. We stappen door de hitte via de grauwe seafood market terug richting Makati en als snel stellen we vast dat de straten van Baranggay en Pasay niet direct toeristische trekpleisters zijn. We begrijpen waarom de toeristen naar het nette en veilige Makati geloodst worden. Met stevige tred loopt Vince als een volwaardige gids overal door en ik doe mijn best om te volgen. Het volgende uur ben ik de enige vrouw met blonde krullen. Vince stopt enkel aan een recruteringsbureau van de marine. Jonge mannen in witte T-shirts en zenuwachtige blikken staan in lange rijen aan te schuiven voor een hekken. Diegene aan de goede kant van het hek worden uitgekafferd door een officier. Net die scene uit “An officer and a gentleman”. De armoede in deze straten is schrijnend en ook hier duiken de straathonden op. Aan de overkant van de volgende straat staan we echter plots aan de ingang van een luxemall in Makati. We hebben zowat de hele dag gestapt, halen onze was nog af en om Azië in stijl af te sluiten smult Vince nog maar eens van de lekkerste vegetarische curry ooit. Maar gelijk heeft hij, alle superlatieven zijn terecht voor de landen in Azië die we hebben bezocht. Morgen gaan we naar Oceanië, bestemming Sydney, Australië. Totaal onbekend en onvoorbereid. We boeken dan morgen op de luchthaven onze slaapplaats wel 😉